Als de kastanje deel uitmaakt van de collectieve verbeelding in de Cevennen, dan komt dat doordat de geschiedenis ervan in onze regio duizenden jaren oud is.
De kastanje werd al in de Middeleeuwen gegeten in de valleien van de Gard en de Lozere. Deze vrucht, rijk aan vitaminen, mineralen en vooral koolhydraten, zorgde ervoor dat de Cevennen vele hongersnoden in de naburige regio’s konden vermijden. Vandaar de bijnaam “de broodboom”!
Kastanjes werden gekookt in soep, tot meel gemalen en gebruikt om het vee te voeden… De teelt van kastanjebomen maakte het dus mogelijk voor veel gezinnen om te leven, vooral in moeilijke tijden!