Kleine hoofdstad van het Camisard-land
Saint-Jean-du-Gard heeft zich in de loop der eeuwen ontwikkeld langs een belangrijke verbindingsweg –de Corniche des Cévennes – die in de Middeleeuwen de “Grand chemin d’Anduze au Gévaudan” werd genoemd. Leerlooiers, pottenbakkers en vooral wolbewerkers gaven de stad al vroeg een commerciële roeping. De cultuur van de olivier, de la vigne et du châtaignier is lange tijd de pijler van de plaatselijke economie geweest. De zeer sterke ontwikkeling van de moerbeienteelt, de zijderupsenteelt en de zijdeactiviteiten vanaf het midden van de 18e bracht werk en welvaart, zozeer zelfs dat de gemeente in 1856 23 werkplaatsen had die met zijde werkten. De laatste van deze spinnerijen sloot in 1965.
Gemarkeerd door de godsdienstoorlogen
Het was in het midden van de 16e eeuw dat bijna de gehele bevolking van Saint Jean zich bekeerde tot de “Reformatie”. Vanaf dat moment, en vooral na de Uitroeping van het Edict van Nantes in 1685, kreeg het te maken met vervolgingen. Clandestiniteit, verzet, oproer… kenmerken de protestantse geschiedenis van de Cevennen, waarvan de beroemdste episode ongetwijfeld de oorlog van de Camisards is.
De anekdote
Het was op 8 mei 1791 dat Saint-Jean-de-Gardonnenque Saint-Jean-du-Gard werd.